Verwisseling (1908) – Folkert en Marlou
Folkert: “In de stad wonen en toch ben je zo midden in de natuur. Mijn leven als kind aan boord van de Verwisseling voelde avontuurlijk en vrij. Vissen, zeilen, vuurtjes stoken, zwemmen en droogvallen op de Wadden. Dat wilde ik nog een keer doen en dat is gelukt. Tien jaar terug kon ik het schip overnemen van mijn ouders. En nu woon ik hier met mijn vriendin Marlou en ons zoontje Pieter.”
“Ik ben op deze klipper geboren en heb er bijna mijn hele leven op gewoond. Met hulp van mijn vader en vrienden onderhoud ik het schip zelf. Genoeg te doen: lassen, timmeren, elektra, motor onderhouden, bikken en schilderen. Ik klus één volle dag per week aan het schip. In de zomer zeilen er altijd vrienden mee. En hoewel ik opgroeide aan boord, heb ik pas echt goed leren zeilen door het zelf te doen. Met de nodige tips van pa en ma!”
“Omdat we een varend schip zijn, hebben we geen vaste wateraansluiting. Wel een watertank van 2000 liter. Daar doen we drie weken mee. Dan sluiten we een slang aan op een waterput op de kade en vullen onze tank. Dat doet iedereen hier in de Museumhaven. We stoken op hout, ook als we varen. Koken doen we op gas uit losse gastanks en voor ons warm water is er een gasgeiser. Alleen voor elektra is er een aansluiting vanaf de wal. Wij gebruiken gemiddeld minder water, elektra en gas dan een gezin aan wal.”
Marlou: “Toen ik aan boord kwam wonen, moest ik aan alles wennen. Ook dat je zuinig moet zijn met water. Het duurt soms even voordat het water warm is en dan zie ik de watertank in gedachten leeglopen. We kunnen niet de wasmachine, stofzuiger en rioolpomp tegelijk aanzetten, dan slaan de stoppen door. Doordat je met je hele huis zo ergens anders bent, zijn de zomervakanties in eigen land ook nog duurzaam. En het is gewoon erg knus aan boord. En met Pietje erbij nóg knusser. Het zou geweldig zijn als hij later het schip overneemt.”
Verwisseling (1908) Folkert and Marlou
Folkert: “You live in the city and yet you’re surrounded by nature. Growing up on board De Verwisseling, my life felt free and full of adventure. Going fishing, sailing, making campfires, swimming and getting grounded at low tide on the mud flats of the Wadden Sea. I wanted to go back to all that – so I did! Ten years ago, I was able to take over the boat from my parents. And now I live here with my partner Malou and our son Pieter.”
“I was born on this clipper and have lived aboard almost my entire life. I do the upkeep myself with help from my father and friends. There’s plenty to do: welding, carpentry, electrics, servicing the engine, sanding and painting. I spend one full day each week on maintenance. When we go sailing in the summertime, we always have friends crewing. Even though I grew up on board, I only learned how to sail properly once I was at the helm myself. With plenty of advice from Mom and Dad, of course!”
“Because we’re not permanently moored, we don’t have a plumbing hookup. But we do have a 2,000-litre water tank. That lasts us three weeks. Then we have to hook the hose up to a well on land and fill up. Everyone here in the Museumhaven does that. We burn wood, even when we’re on the go. We cook on gas from propane cylinders and we have a hot water heater. We do use shore power for our electricity. On average we use less water, power and gas than families who live on land.”
Marlou: “When I moved onto the boat, everything took a bit of getting used to. Including the fact that you have to be careful about how much water you use. Sometimes it takes a while for the water to heat up, and I’ll see our water supply dwindling in my mind’s eye. We can’t run the washing machine, vacuum and wastewater pump all at once, or we’ll blow a fuse. The fact that it’s easy to move your house to different places means you can have low-footprint vacations in your own country. And life on board is very cosy – even more so now that we have Pietje. It would be great if he were to take over from us a few decades from now.”