De Tjalk is één van de eerste scheepstypen die eind negentiende eeuw in ijzer gebouwd werden. Aangezien ijzer een relatief nieuw materiaal was werd de oorspronkelijke houtbouw bijna exact gekopieerd. Dit is vooral goed te zien in de stevens. Zeetjalken waren forser dan binnenvaart-tjalken en verzekeringsmaatschappijen eisten ook dat ze steviger gebouwd werden. Alleen als aan de eisen voldaan werd kon een zeebrief worden afgegeven.
Hendrik (Pieters) Bul, schipper te Wildervank, liet het schip in 1893 door G. van der Werf te Stadskanaal bouwen voor 3100 gulden. Hiervoor had hij een houten schip dat ook Annechiena heette. Waarschijnlijk was dit de naam van zijn vrouw.
In 1901 is een zeebrief afgegeven op het schip. Voor zover bekend werd met graan naar Scandinavië gevaren en werd op de terugweg hout meegenomen.
Vanaf 1912 is het schip uit de zeevaart geschreven en in de binnenvaart gekomen en in 1952 niet langer zeilend maar met een opduwer. Wel is het schip altijd in dezelfde familie gebleven.
In 1977 werd het schip gekocht door Hendrik Swart die het weer onder zeil bracht en het vrachtruim intimmerde. Vervolgens is het in de chartervaart gekomen, de laatste jaren vanuit Harlingen. De huidige eigenaren kochten het schip in november 2001.