Sint-Nicolaas en de stoomboot

Als er één feest is dat voortdurend verandert, is het Sint-Nicolaas of Sinterklaasfeest wel. Een ander kinderfeest, Sint-Maarten, is bijvoorbeeld wel stabiel gebleven door de jaren heen. Hoe zijn al die veranderingen tot stand gekomen? En wat weten we eigenlijk over hem?

Sint-Nicolaas heeft echt bestaan! Hij is rond het jaar 270 geboren in Petara in Turkije. Zijn ouders waren welgestelde christenen, wat bijzonder was want het christelijk geloof was toen nog illegaal. Op de dag dat hij geboren was gebeurde direct een wonder want de kleine Nicolaas stond al rechtop in de wastobbe. Ook was al duidelijk dat hij heilig en vroom was want hij had een nimbus rond het hoofd en weigerde op vastendagen de moederborst!

Toen hij als jonge man hoorde dat zijn buurman geen geld had voor de bruidsschat van zijn drie dochters en hen moest laten prostitueren, wierp hij ‘s avonds stiekem drie klompjes goud door het raam van de buurman naar binnen. Toen deze dat zag rende hij achter Nicolaas aan om hem te bedanken maar deze wilde niet als gulle gever bekend worden.In de kunstgeschiedenis kom je dit tafereel talloze malen tegen.

Nicolaas werd later bisschop van Myra, vlakbij zijn geboorteplaats, hielp de armen en verrichtte in zijn leven allerlei wonderen. Hij stierf op 6-12-343 en werd in de basiliek van Myra begraven maar later, in verband met een oorlog, naar Bari in Italië verplaatst.

Hoe hij er uit heeft gezien weten we natuurlijk niet. Als bisschop droeg hij een mijter, een rode mantel en had hij een kromstaf bij zich.

Het Sint-Nicolaasfeest

De verering van Nicolaas begon rond de 6e eeuw. Hij was een zeer belangrijke figuur in de katholieke kerk en onder andere de beschermheilige van zeelieden. Zo heette de Oude Kerk in de belangrijke havenstad Amsterdam, van oorsprong de Sint-Nicolaaskerk. Na de Reformatie is deze protestants geworden en van naam veranderd. Maar iedereen kent natuurlijk de huidige Sint-Nicolaaskerk, schuin tegenover het CS. De vroegste aanwijzingen dat de verering van Nicolaas tot een kinderfeest werd stammen uit de 12e eeuw in Frankrijk. Vanaf de 16e eeuw werd het feest overal in Nederland gevierd.

In de 19e eeuw wordt Sint-Nicolaas zichtbaar bij rijmpjes e.d. Hij is de inspiratiebron die door kolonisten naar Amerika wordt meegenomen en tot Santa Claus wordt omgedoopt. Hij is daar echter geen bisschop meer. Via Dickens, in Engeland, ontstaat Father Christmas en zo verschuift het feest in die landen naar de Kersttijd.

Piet

In de 19e eeuw verschijnt voor het eerst de boze helper die stoute kinderen straft terwijl Sinterklaas de brave kinderen beloont. Hij heeft vaak een gekke hoed op en een tas met een roe bij zich. Ook in andere landen die Sinterklaas vieren komt hij (al
langer) voor.

In 1850 verschijnt in Nederland een razend populair boekje, Sint-Nicolaas en zijn knecht, van onderwijzer Jan Schenkman. Hier verschijnt het versje ‘Zie ginds komt de stoomboot’. Plotseling kwam Sinterklaas Nederland per stoomboot, uit Spanje, het bij uitstek katholieke land. En was er één zwarte helper: Piet, nog zonder muts, kroeshaar, oorringen, aangedikt accent, maar in een pagepakje. Sinterk

Piet verwordt in die jaren steeds meer tot een raciale stereotype figuur. En hoe vertrok Sinterklaas weer uit het land? Met de stoomboot, te paard? Nee, volgens Schenkman ging hij terug per luchtballon, maar dat beeld heeft de tijd niet doorstaan.

In 1930 ontstaat er discussie over Zwarte Piet. In De Groene Amsterdammer wordt in een speciaal ‘Neger-nummer’ gepleit voor een zwarte Sinterklaas en een witte Piet.

Na de onafhankelijkheid van Suriname neemt de discussie in ons land toe en deze is nog niet afgerond. Het feest blijft veranderen!