De zoektocht naar de geschiedenis van Bakker & Co., de ‘Harde Bakker’ zoals het bedrijf in Ridderkerk werd genoemd, begint in 2005. Opnieuw mocht een 2 ton wegend werktuig worden toegevoegd aan museumwerf schuitenhelling, een platen drukker met daarop de naam BAKKER Ridderkerk. Het viel mij op dat er verschillende benamingen voorkwamen en ik was ook benieuwd naar de leeftijd van deze hand aangedreven machines. Machines waar ik sinds mijn kinderjaren en in mijn werkzame leven als scheepsbouwer van onder de indruk was geweest.
Ik belde naar de gemeente Ridderkerk met de vraag of men een adres kon geven van een historische vereniging of iemand, die mij verder kon helpen. De ambtenaar die ik aan de lijn kreeg, wist te vertellen dat er over de vroege periode niet veel bewaard was gebleven en eigenlijk ook niet veel van het bedrijf zelf, hoewel dat toch ruim 130 jaar prominent aanwezig was geweest in Ridderkerk. Men was ook eigenlijk wel blij dat deze zware industrie uit de stad verdwenen was, aldus de ambtenaar. Teleurgesteld hing ik op. Maar na een week werd ik gebeld door ene Ed Straatman. Wat bleek, de ambtenaar zat met de heer Straatman op tennis en had hem verteld over het telefoontje van Nico Vader uit Langedijk. De heer Straatman bleek jaren bij Bakker te hebben gewerkt als verkoper en was ook firmant van het bedrijf geweest. Straatman gaf aan dat hij de belangstelling wel leuk vond en onze machines graag in het echt wilde zien. De ‘vroege’ werktuigen waren voor hem uit een onbekende periode. In december 2005 spraken we af op de Museale Schuitenhelling en een geanimeerde middag volgde. Ed Straatman bracht vele documenten, folders en reclamemateriaal voor mij mee. Ook had hij een chronologisch schema gemaakt van de ontwikkelingen door de jaren heen. Onze serie Bakker machines bestaat uit een slingerpons, een balschaar, een platendrukker, een spantenbuiger, een zware profielschaar, een duplexpons, een ratel- boor en een hydraulische C-frame pers met een capaciteit van 150 ton. Alles nog perfect werkend.
Gietwerk voor scheepsbouwers
De in Ridderkerk gevestigde vlasverbouwer B. Bakker begon in 1863 met een kleine ijzergieterij met een koepeloven.
Aanvankelijk voor het gieten van onderdelen voor zijn eigen vlasverwerking. Maar daar hij midden tussen de scheepswerven zat, kreeg hij al snel vraag naar gietwerk voor de scheepsbouw. Bakker speelde in op de vraag en ontwierp een aantal fantastische werktuigen, speciaal voor de bewerking van ijzer. Omdat lassen nog niet bestond, was de enige manier om een ijzeren schip te bouwen de verbindingen te klinken. Met de slingerpons van Bakker kon men probleemloos gaten ponsen tot in 8 millimeter dikke plaat.
Een compagnon
In 1875 richtte Bakker zich nog uitsluitend op machines voor de scheepsbouw en wilde hij graag verder uitbreiden. Een deskundige compagnon werd gezocht en gevonden in de heer J.H. (Han) van Cappellen. Vanaf 1876 heette het bedrijf Bakker & Co.
Een greep uit het assortiment van Bakker & Co.
Slingerponsen, balscharen, verticale en horizontale pons- en knipmachines voor hand- en stoomkracht, duplexponsen, hoekijzerscharen, pijpenbuigers, spantentrekkers, boormachines, zaagmachines, vlakplaten, holblokken (om platen rond te slaan) en souverein-stellingen (een zwenkbare kolomboorinstallatie om de klinkgaten van een schuin kantje te voorzien, souvereinen).
In 1906 startte het bedrijf naast gietijzer ook met staalgietwerk, eerst met een kroesoven van 500 kilo.
In 1912 werd de naam van het bedrijf opnieuw veranderd, in NV Machinefabriek IJzer- Staal- en Metaalgieterij v/h Bakker & Co. In 1913 werd een Siemens-Martinoven ingezet met uiteindelijk een capaciteit van 15 ton per gieting. Langzamerhand kreeg de NV Bakker wereldfaam en ook voor de grote scheepsbouw werden duizenden machines gebouwd, die nog steeds over de hele wereld te vinden zijn.
Rond 1982 brak een moeilijke tijd aan voor de Nederlandse scheepsbouw. In veel landen werd de scheepsbouw sterk gesubsidieerd, maar werven als Verolme en NDSM (Nederlandsche Dok en Scheepsbouw Maatschappij) moesten het zelf zien te klaren. De Nederlandse scheepsbouw stortte in en voor Bakker viel de productie vrijwel stil. Voor de helft van de 160 werknemers was geen werk meer. Het bedrijf schakelde over naar talrijke andere producten, waaronder schrootscharen.
In 1995 werd de naam nog een keer gewijzigd, in Bakker Staal BV. De pogingen om het bedrijf nieuw leven in te blazen, liepen echter op niets uit en in 1997 werd het faillissement uitgesproken. Hiermee kwam een einde aan een bedrijf waarvan gezegd mag worden dat het cruciaal is geweest voor de ontwikkelingen in de scheepsbouw van ons land.
De machines die aanleiding gaven voor dit onderzoek bleken ouder dan gedacht. Ze zijn afkomstig van kleine werven die, toen deze machines gebouwd werden, nog in hout bouwden. Het is aannemelijk dat, toen de grotere werven overschakelden van handmatige naar machinale aandrijving, deze oude onverwoestbare werktuigen werden verkocht aan kleinere werven. Werktuigen die tot op de dag van vandaag nog functioneren.
Met dank aan Ed Straatman, maar ook aan George Snijder, die mij tijdens Victorie Sail Alkmaar in 2019 het laatste zetje gaf om dit verhaal publiek te maken