Iedereen met een oud schip kan in de situatie terecht komen dat er tijdens een keuring slechte plekken worden gevonden onder de waterlijn en dat die gerepareerd moeten worden. Je hebt dan de keuze om er een nieuw stuk in te zetten of te dubbelen. Er gelden echter beperkingen wanneer men wel en niet mag dubbelen.
Omdat hier veel verwarring over is, hier een korte samenvatting wanneer wel en niet dubbelplaten mogen worden gebruikt:
Dubbelplaten toegestaan als:
- Voorlopige reparatie – Een dubbelplaat is toegestaan als het om een voorlopige reparatie gaat. Bijvoorbeeld als door averij schade is ontstaan.
- Lokale corrosie – Een dubbelplaat mag gebruikt worden als de plaatdikte op zich dik genoeg is maar op een paar plekken te dun is geworden door pitting (putcorrosie). De plaat moet wel volledig dicht zijn. Dat betekent dat eventuele gaten eerst gedicht moeten worden
- Slijtage stoppen – Een dubbelplaat mag gebruikt worden op plekken waar de plaatdikte nog voldoende is. Dit wordt gedaan om verdergaande slijtage te stoppen.
- Kimbeplating – Op de kimmen mogen dubbelplaten gebruikt worden:
- De dubbelplaten beslaan ten minste 70% van de lengte van het schip; of
- Of de dubbelplaten hebben een minimumlengte en een tussenafstand van ten minste (2,5 + L/40)m;
- Bij schepen korter dan 45 meter is de minimale lengte 3 spantvakken plus tenminste 2 ‘goede’ spantvakken na de beschadigde zone
- Klinknaden – Gebruik van dubbelplaten op de klinknaden zijn toegestaan om de waterbestendigheid te waarborgen
- Voor- en achterschip buiten de ladingzone – Een dubbelplaat mag gebruikt worden buiten de ladingzone
- Nieuwbouw / verbouw – Dubbelplaten mogen worden toegepast indien zij daadwerkelijk als slijtplaten dienen, bijvoorbeeld op de boeg of als berghoutsgang of als versterkingsplaten bij bijv. de ankerlier.
- Scheepstype – Voor pleziervaartuigen zijn er geen beperkingen, voor dit scheepstype zijn dubbelplaten altijd toegestaan.
Dubbelplaten niet toegestaan als:
- Plaat voldoet niet aan minimale dikte Dubbelplaten mogen niet gebruikt worden als de plaat niet meer voldoet aan de minimale dikte. De minimale dikte is omschreven in ES-TRIN H3/H19. Of klik hier om het te berekenen
- Gaten in scheepshuid door corrosie – Als door corrosie gaten in de scheepshuid zijn gekomen mogen geen dubbelplaten worden gebruikt
- Grote oppervlakten in de ladingzone – Op de kimmen in de ladingzone mogen geen dubbelplaten meer worden aangebracht als deze door pitting te dun zijn geworden.
- Overlappende dwarsnaden – Op overlappende dwarsnaden (gelast) mogen geen dubbelplaten worden aangebracht.
- Tanks voor brandbare vloeistoffen – Op tanks in de huid die brandbare vloeistoffen bevatten mogen geen dubbelplaten aangebracht worden. (Behalve als deze door wrijving/slijtage dunner zijn geworden en nog wel de minimale huiddikte hebben.)
- Bodem van ladingzone – Op de bodem van het vrachtschip tussen het voorste en achterste schot van het laadruim (ladingzone) zijn dubbelplaten niet toegestaan.
- Bodem, kim en zij van ladingzone gevaarlijke stoffen – In de ladingzone (bodem, kim, zij) van schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren zijn dubbelplaten niet toegestaan.
- Vervormde platen en naden – Bij platen of naden die zijn vervormd of vermoeidheid vertonen mogen geen dubbelplaten gebruikt worden.
- Bestaande dubbelplaten – Over bestaande dubbelplaten mogen geen nieuwe dubbelplaten aangebracht worden.
Voor meer details BSC > Het toepassen van dubbelplaten