Aandacht voor liggeld tarieven Varend Erfgoed Amsterdam

In een raadsadres aan de gemeenteraad van Amsterdam heeft de FVEN haar zorgen geuit over de opgelopen kosten voor Varend Erfgoed schepen in Amsterdam. Hieronder de tekst van het Raadsadres:

Graag vragen wij wederom uw aandacht voor het Varend Erfgoed in Amsterdam. De FVEN heeft u op 4 maart jl. een adres gestuurd waarin we u wezen op beleid dat Varend Erfgoed nadelig treft. Wethouder de Vries heeft dit adres beantwoord en wij zijn blij dat het stellen van emissie eisen voor Varend Erfgoed is uitgesteld tot 2030. Helaas is er nog geen positief besluit genomen over het uitzonderen van Varend Erfgoed schepen voor de verhoging van de tarieven voor het liggeld c.q. het vaarvignet.

De FVEN vraagt u daarom nogmaals met klem uw met algemene stemmen aangenomen motie 550 uit te voeren waarin u B&W vraagt te onderzoeken hoe de uitzonderingspositie voor het Varend Erfgoed de komende tijd kan worden uitgewerkt. Wij verzoeken u de tarieven voor historische pleziervaartuigen die zijn opgenomen in het landelijke Register Varend Erfgoed én na toetsing door Waternet zijn aangemerkt als ‘Amsterdams Traditioneel Vaartuig’ (ca. 40 stuks) om te mogen liggen en varen in Amsterdams water onder zo’n uitzonderingspositie te brengen. Van de 40 Varend Erfgoed schepen die ligplaats innamen in de stad, zijn er inmiddels al een kleine 10 vertrokken omdat het financieel niet meer op te brengen is. Wij vragen u voor de resterende 30 historische schepen een uitzondering te maken.

Zoals we in ons eerdere adres ook aangaven, is dit niet in overeenstemming te brengen met de mooie woorden die de gemeente in beleidsnota’s spreekt over de waarde van het Varend Erfgoed voor Amsterdam als waterstad. De FVEN roept u daarom nogmaals op de tarieven van de vaar-liggeld vignetten voor de schepen die zijn opgenomen in het RVEN/het landelijk register zo spoedig mogelijk naar beneden bij te stellen, dan wel deze historische schepen geheel vrij te stellen van het betalen van dit vignet.

Een voorbeeld
Een voorbeeld: een erkend historisch scheepje (ouder dan 50 jaar) van 16 x 4 meter, opgenomen als Varend Monument® in het register van de FVEN, betaalt voor het mogen liggen en varen in Amsterdam (‘Rood’ vaarvignet) inmiddels € 3.325 per jaar (enkele jaren geleden was dit nog € 480). Dit ook nog zonder enkel recht op elektra, water, ligplaatsgarantie, beveiliging, zoals altijd wél aanwezig in een jachthaven. Hetzelfde scheepje betaalt in 2021 slechts € 997 voor een zogenaamd ‘Groen’ vaarvignet.
Wordt hiermee “…het koesteren van historische schepen voor de charme van de stad…” bedoeld?