Hier vind u een verzameling van scheepstermen uit de Nederlandse beroeps-binnenvaart. Ondanks alle tijd, die er aan besteed word, zijn er nog steeds vele hiaten. Mocht u een term weten die nog niet hierbij staat laat het ons dan weten.
Term | Definitie |
---|---|
Braadspil | Het braadspil is een horizontale, veelhoekige balk op het voordek, die met behulp van handspaken wordt rondgedraaid. Op de braadsil is de ankerlijn bevestigd die wordt gebruikt om het anker op te halen. Voor uitgebreidere informatie zie hier |
Term | Definitie |
---|---|
Luikenbout | stalen pen met grote platte kop, waarmee de luikklampen aan de planken van het luik geklonken wordt. |
Luikklamp | Dikke houten plank tegen de onderzijde van een luik. Soms ook een stalen strip.![]() |
Term | Definitie |
---|---|
Rolpalen | Langs oude trekvaarten en kanalen zijn ze soms nog te zien: rolpalen, ook wel rollepalen of jaagpalen genoemd. Deze palen dienden voor het geleiden van jaaglijnen van trekschuiten of gejaagde (getrokken) zeilschepen. Rolpalen zijn overblijfselen uit de tijd dat schepen in de kanalen bij tegenwind of windstilte door middel van een jaaglijn werden voortgetrokken (gejaagd). Constructie De geleidingsbeugels moesten voorkomen dat de jaaglijn van de rolpaal afliep. |
Term | Definitie |
---|---|
Tanen | Tot halverwege de vorige eeuw waren zeilen, netten en touwen van vissersschepen vervaardigd van natuurvezels. Het tanen diende om ze te beschermen tegen weersinvloeden. Het taan zelf bestond grotendeels uit een eikenschorsextract |