Door het succes van de eerste Nederlandse tentoonstelling op scheepvaartgebied in 1913 in Amsterdam Noord ontstond het verlangen naar een scheepvaartmuseum. De daarvoor opgerichte vereeniging Nederlandsch Historisch Scheepvaartmuseum zwom dankzij de participerende Amsterdamse rederijen in het geld. Het vinden van een geschikte locatie bleek lastiger. Uiteindelijk vond men tijdelijk onderdak in drie reeds geplande huizen op een bouwkavel hoek Cornelis Schuytstraat en De Lairessestraat. Op 22 november 1922 volgde de opening. Na een plechtige bijeenkomst in het concertgebouw kreeg koningin Wilhelmina een rondleiding van directeur Willem Voorbeijtel Cannenburg. Na een halfuur had de vorstin de scheepsmodellen en schilderijen wel gezien. Pas in 1973 zou de tijdelijke locatie worden verruild voor huidige onderkomen in s’Ĺands Zeemagazijn uit 1656 aan het kattenburgerplein.